Fataal partnergeweld tegen vrouwen: Niet verwijtbaar wel vermijdbaar
Geplaatst op 3 augustus 2016 in Forensische Psychologie van de Universiteit van Maastricht door Corine de Ruiter
door Colinda Serie en Corine de Ruiter
Het CBS kopte vorige week met positief nieuws: Nederland heeft het laagste aantal moorden in 20 jaar. In datzelfde zogenaamd positieve bericht, staan echter ook zeer verontrustende cijfers over dodelijk geweld tegen vrouwen: Meer dan de helft van de vermoorde vrouwen werd om het leven gebracht door de eigen partner of een ex.Deze gevallen van fataal partnergeweld tegen vrouwen halen regelmatig de landelijke media en schokken de maatschappij. Zo’n geval is de zaak Linda van der Giesen, die door haar ex werd doodgeschoten. In die zaak deed een onafhankelijke commissie onderzoek en die concludeerde in haar onderzoeksrapport dat de politie een inschattingsfout heeft gemaakt in het beschermen van Linda. Zij werd op 10 augustus 2015 doodgeschoten door haar ex-partner, terwijl zij 10 dagen eerder al aangifte had gedaan van stalking en bedreiging.
Bron: CBS, 2016
Vanwege de enorme gevolgen voor de nabestaanden, met name het 5-jarige zoontje van Linda, hebben de vader van het zoontje en zijn advocaat Peter Schouten gestuurd op een onafhankelijk onderzoek naar deze zaak (zie de aflevering van Pauw, 17 mei 2016: http://pauw.vara.nl/media/357414). In haar rapport schrijft de Commissie Eenhoorn dat “De aangifte, in combinatie met de overige informatie, had moeten leiden tot (grote) urgentie en een (snelle) interventie in deze zaak” (p. 20). De Commissie noemt het handelen van de politie echter niet verwijtbaar, wel vermijdbaar. Er zou te weinig kritisch worden gekeken naar de huidige werkwijze en te weinig gedaan om die te verbeteren.
De taken van de politie zijn divers. Naast het opsporen van strafbare feiten en het bewaken van de openbare orde valt ook het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (volgens art. 3 Politiewet) onder haar taken. De Commissie Eenhoorn is van mening dat de politie in de zaak Van der Giesen te veel gericht was op haar opsporingstaak en te weinig op haar hulpverlenende taak. Zo is er bij de aangifte van Linda geen dreigingsanalyse verricht, concludeert de commissie. Hoewel deze moeilijk te vinden zijn en niet standaard worden gebruikt, beschikt de politie wel degelijk over hulpmiddelen voor zo’n analyse, aldus de commissie (zie p. 12 van het commissie rapport). Zo bestaat er de Checklist bij Stalking, die bestaat uit 10 vragen omtrent de stalking situatie, waaronder: “Hebben stalker en slachtoffer een intieme relatie gehad?”, “Heeft de stalker gedreigd met moord of zelfmoord?”, en “Is het slachtoffer erg bang?”. De checklist geeft aan dat hoe vaker er “ja” wordt geantwoord op deze vragen, hoe groter het risico voor het slachtoffer.
Wanneer de commissie de casus Linda analyseert aan de hand van deze checklist, komt zij acht van de tien keer uit op een “ja”, waaruit naar voren komt dat er een concrete dreiging met geweld bestond. Conform de werkinstructie ‘Stalking’ (zie p. 11 van het commissie rapport en p. 7-8 van het politierapport) had de politie vervolgens beschermende maatregelen moeten bespreken met Linda. In het rapport dat de politie zelf over deze zaak heeft geschreven, wordt uitgelegd waarom er geen dreigingsanalyse is gemaakt, zoals het protocol wel voorschrijft. De politie geeft aan dat de protocollen een beperkte werking hebben, moeilijk toepasbaar, tijdrovend en te gedetailleerd zijn. In lijn hiermee concluderen ze dat politiemedewerkers voornamelijk handelen op basis van ervaring en gevoel. Dat politiemedewerkers te veel op hun gevoel vertrouwen blijkt ook op andere terreinen, zoals leugendetectie. Zo toont onderzoek aan dat politiemedewerkers vertrouwen dat zij leugens goed kunnen detecteren, maar dit vertrouwen is niet gerelateerd aan hun accuraatheid (Mann, Vrij, & Bull, 2004; Vrij & Mann, 2001).
Wij vroegen ons af hoe representatief de zaak Linda van der Giesen eigenlijk is in Nederland anno 2016. Met andere woorden: hoeveel van dit type zaken van dodelijk geweld door (ex-)partners halen niet de landelijke media, en worden ook niet systematisch en uitgebreid onderzocht door een overheidscommissie? Uit ons onderzoek blijkt dat de zaak van Linda van der Giesen helaas niet uniek is.
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 64.000 incidenten en 20.000 misdrijven van huiselijk geweld tegen (ex-) partners geregistreerd door de politie. Jaarlijks leiden bedreiging, mishandeling en stalking door een (ex-) partner tot ongeveer 17.000 aangiften (zie p. 8 van het politierapport). Koenraadt en Liem publiceerden in 2010 een artikel over het aantal slachtoffers van fataal huiselijk geweld over de periode 1992-2009, op basis van de Moord en Doodslag Monitor en de Databank Doding in Gezinsverband. Zij concludeerden dat er jaarlijks ongeveer 40 slachtoffers vallen door (ex-)partnerdoding, wat bijna een vijfde van alle levensdelicten in Nederland in die periode was (Koenraadt & Liem, 2010).
Wij gingen vervolgens op zoek naar casuïstiek vanaf januari 2010 tot heden via internet en vonden met behulp van diverse moord- en doodslaglijsten 153 vrouwelijke slachtoffers van (ex-) partnerdoding. Enkele hiervan lijken op de zaak Van der Giesen. Na een oppervlakkige analyse detecteerden wij 25 zaken die op het eerste gezicht gelijkenissen vertonen met de zaak Van der Giesen. Een treffend voorbeeld is de zaak van Raja Draaisma die werd doodgeschoten door haar ex-vriend in juni 2015. Raja had, net als Linda, al meerdere malen contact gezocht met de politie en vertelde hen dat haar ex in het bezit was van een vuurwapen en haar afluisterde. Typerend is ook de zaak van de 17-jarige Juliette Bouhof die in oktober 2014 door haar 22-jarige ex-vriend werd vermoord, nadat zij een maand eerder aangifte tegen hem had gedaan wegens bedreigingen. Hij had kort voor haar dood een straatverbod gekregen, maar dit bleek onvoldoende om Juliette te beschermen. In 2013 werd Wendy Rutjes vermoord door haar ex-vriend. Hij stalkte en bedreigde haar; zo had hij haar auto onbestuurbaar gemaakt en haar kat opgehangen. Ook in deze zaak werd eerder aangifte gedaan bij de politie door het slachtoffer. In datzelfde jaar werd de 19-jarige Saga Backman neergestoken door haar ex-vriend. Opnieuw had het slachtoffer eerder aangifte gedaan wegens stalking en bedreiging.
In al deze zaken van partnerdoding hebben meldingen en aangiftes van het slachtoffer geen enkel effect gehad. Hoewel justitie in sommige zaken wel stappen ondernam, zoals het opleggen van een straatverbod aan de stalker/bedreiger, bleek dit onvoldoende ten opzichte van het hoge risico op dodelijk geweld dat deze slachtoffers liepen. Gebruik van een gevalideerde risicoscreening zou de politie kunnen helpen om uit het grote aantal aangiften van stalking en bedreiging door (ex-)partners die zaken te vissen die echt high risk zijn. Hoewel de Checklist Stalking een stap in de goede richting is, is dit instrument alleen gericht op stalking, lijkt het niet structureel te worden toegepast en is het bovendien niet wetenschappelijk onderzocht.
Een voorbeeld van een breed inzetbaar, gevalideerd en gestructureerd instrument is de Lethality Screen, ontwikkeld door Dr. Jill Messing van de Arizona State University. Dit instrument biedt de mogelijkheid om het risico op dodelijk /ernstig huiselijk geweld gestructureerd in te schatten op basis van dreigingen en eerdere incidenten. Het is een kort (11 items) en eenvoudig instrument, dat al tijdens de (telefonische )intake of door de politie ter plekke na een melding van een incident van huiselijk geweld, kan worden gebruikt. Bovendien geeft de uitkomst van het instrument aan welke stappen er ondernomen kunnen worden door de politie en het slachtoffer om veiligheid te creëren. Op deze manier biedt de screening direct een korte educatieve interventie over het risico voor het slachtoffer, directe beschermingsmaatregelen en spoort het het slachtoffer aan tot het zoeken van hulp.
De Lethality Screen past naadloos in de aanbevelingen van de commissie Eenhoorn om het potentieel van de Intake & Service afdeling van de politie beter te benutten, en in alle fasen na een melding of aangifte van dreiging, stalking of fysiek geweld een afweging van het risico op dodelijk/ernstig geweld voor het slachtoffer te maken. Vanuit de Universiteit Maastricht hebben wij een prototype van een mobiele app van de Lethality Screen gemaakt. Wij nodigen de politie van harte uit om met ons een pilot te gaan draaien met deze app, zodat het aantal vermijdbare slachtoffers van dodelijk (ex-)partnergeweld verminderd wordt.
Recente reacties